Interview Thom de Boer

Goede voornemens

We starten het interview met goede voornemens. Ik wilde heel graag mijn oude klasgenoot Thom de Boer interviewen en dat had ik als goede voornemen. Thom heeft op sportief vlak geen goede voornemen maar hoopt van harte dat er binnenkort weer toeschouwers kunnen zijn bij zijn wedstrijden. Als doel zou hij wel heel graag dit jaar op een individuele afstand een medaille willen halen. Hij heeft de afgelopen tijd veel mooie prestaties neergezet in team verband en heeft met het Nederlandse team een wereldrecord gezwommen en zijn ze samen wereldkampioen geworden. Maar een individuele zou hem nog wel prikkelen.

Wereldkampioen, wereldrecord en olympische finale

Dit alles in 1 jaar gehaald te hebben was een droom die uitkwam.

Een aantal jaar geleden had hij niet verwacht dat hij dit zou halen. Hij kwam er achter dat een carrière volledig gefocust op de topsport niet zijn weg was. Hij ging weer bij een meer regionale club trainen en kon dit combineren met werk en daardoor heeft hij stappen kunnen maken tot de plek waar hij nu zit.

Begin van Thom zijn sportcarrière

Hij begon met zwemles omdat hij aan het water woonde. Hij bleek samen met zijn broertje en zusjes ook wel aanleg te hebben. Om zijn sport te kunnen blijven doen ging hij naar het Willem Bleau. Een school waar je sport en school mooi kan combineren. Op school had wel vaak een inkakker tijdens een tweede uur omdat hij dan moe was.

Ondanks dat hij nu goed weet hoe hij zijn slaap hier op moet aanpassen vindt hij het nog steeds moeilijk om in de ochtend vroeg te trainen.

Zwemmen en werk combineren

Omdat Thom een sprinter is, kan hij naast zijn topsport ook nog werken. Hij hoeft minder uren te maken. Dit is in vergelijking met Ferry Weertman een heel ander verhaal. Ferry zwemt langere afstanden en moet daarvoor ook meer uren maken om inhoud te krijgen voor die afstand. Thom hoeft niet die uren te maken waardoor hij na zijn training weer naar werk kan en de rest van de dag kan werken.

Spanning bij het zwemmen.

Bij een interview met de NOS 4 jaar terug kwam Thom aan het woord en vertelde hij over zijn internationale doorbraak. Hij vertelde dat hij geen last had van spanning bij de internationale wedstrijden. Dat zijn ook allemaal jongens en meiden zijn die gewoon snel proberen te zwemmen, net als met nationale toernooien, vertelde Thom. Tijdens de Olympische spelen was dit natuurlijk wel iets anders, omdat dan de druk een stuk hoger is. Maar toch viel de druk mee omdat hij in een corona bubbel wedstrijden moest draaien voorafgaand aan de OS. Hierdoor kon hij een lange periode wedstrijden zwemmen tegen de absolute wereld top. Hierdoor kreeg hij veel ervaring met zwemmen tegen de top. Omdat hij tijdens die wedstrijden ook af en toe van wereld toppers won bij wedstrijden tankte hij daaruit wel zelfvertrouwen. Hij denkt dat zelfvertrouwen daarin wel groot is geworden (hoe je zelfvertrouwen nog meer kan vergroten lees je in dit artikel). Hij voelde wel de spanning toen zijn naam werd omgeroepen voor de olympische finale. Maar de spanning was te overzien en hij was relaxt.

Zijn doel was de finale halen. En toen hij dat had gehaald, werd de spanning minder. Thom had meer spanning, voor het zwemmen van de halve finale, want in de halve finale moest hij het doen, het halen van de finale was zijn doel, en dat moest gebeuren in de halve finale.

Focussen op het proces in plaats van resultaten

Hoe was Thom zijn focus tijdens de finale? Was hij meer bezig met het behalen van een podiumplaats? Of met zijn tactiek. Hij stelde dat hij bezig was met het focussen op de puntjes op de i voor zijn wedstrijd, maar dat hij ook niet teveel wilde focussen want dan zou hij daarin weer overdrijven en kan dat een nadelig effect hebben. Hij wilde graag met ontspanning de wedstrijd in. Want als je op alle puntjes moet focussen gaat dat te snel en lukt het niet. Je wilt liever 1 focuspunt hebben en daar voor gaan.

Visualiseren

Hij doet dat sinds een paar jaar. Zwemmen is heel technisch. Maar dat gaat voor hem redelijk automatisch. Het doen van de start en het keerpunt zijn voor hem belangrijke onderdelen van de race. Hij visualiseert zijn start en keerpunten dus 3 keer voor de wedstrijd zodat hij daarmee zijn hersenen alvast aanzet voor de juiste uitvoering. Zijn coach Rob schut vertelde hem erover.

Hij ging met Rob “game like trainen”, trainen alsof je een wedstrijd doet. Door wedstrijden in de training te simuleren, kan je de spanning en het gevoel van een wedstrijd ophalen. Hij ging dan net als Erben Wennemars in dit filmpje doet en max verstappen in dit filmpje doet: visualiseren.

Thom deed een handdoek over zijn hoofd doen en werd dan gevraagd om zijn beste tijd te zwemmen maar dan in gedachten. Hierdoor kon hij zijn hele raceplan alvast uitvoeren en zijn hersenen beter programmeren voor de wedstrijd.

Spierontspanningsoefeningen

Hij doet niet speciale oefeningen om te ontspannen na een wedstrijd. Bij twee wedstrijden op een dag, gaat hij na zijn eerste race chillen. Ook als hij maar 1 wedstrijd heeft op een dag, gaat hij wel tussen de warming up en de wedstrijd even liggen om de ontspanning in zijn lichaam te krijgen. Hij wilt het liefst ook met een relatief hoge hartslag aan de start staan, omdat hij wat meer spanning nodig hebt voor een korte explosieve afstand. Hij wilt ook het liefste wat rust vlak voor een wedstrijd, met wat minder afleiding.

Zelfspraak voor focus

In zijn race gebruikt hij zelfspraak dat vooral op technisch aspect. Soms wilt hij een bepaalde slag niet uitvoeren als hij niet uitkomt vlak voor een keerpunt, dan wilt hij gestroomlijnd het keerpunt ingaan. Dan zal hij een technische opmerking aan zichzelf geven. Bij de 50 meter vrije slag waarbij je 20 seconden zwemt zonder adem te halen en wel de longen uit je lichaam sport, gebruikt Thom het woord versnellen, versnellen een paar keer om niet te vertragen in het water. Want je kan het laatste stuk bijna niet meer versnellen. Maar als je het woordje versnellen gebruikt, zal dat minder nadelig zijn. Hij gebruikt zelfspraak dus zowel voor motivatie als voor technische verbetering van zijn wedstrijd.

Als Thom onder vermoeidheid een race moet zwemmen tijdens bijvoorbeeld een afvalrace, dan pompt hij zichzelf op, door “kom op Thom deze keer ga je het doen” te zeggen om de strijd in de laatste wedstrijd vol te houden.

Slaap

Thom houdt wel van slapen en de ochtend trainingen zijn moeilijke trainingen voor hem. Als hij op een doordeweekse dag in de ochtend moet zwemmen, gaat hij daarna gelijk aan het werk. Maar in het weekend, dan zwemt hij ook vroeg in de ochtend en daarna slaapt hij dan wel 2 uur extra.

Op eind toernooien, slaapt hij tussen de middag ook. En door de weeks maakt hij in de nacht echt zijn uren wel, maar slaapt hij niet specifiek op bepaalde tijden.

Tijdens een avondje uit, kan hij tot een uurtje of 11 met vrienden zitten en dan alsnog redelijk op tijd naar bed gaan.

Topsport cultuur

Thom zegt, je hoeft niet perse in de topsport cultuur mee te doen om goed te worden in de sport. Hij houdt het vol omdat hij zoveel plezier uit de sport haalt. Hij heeft tot 1,5 jaar terug niet voor geld hoeven zwemmen. Hij zwemt vooral omdat hij het geweldig vindt. Hij dronk af en toe een biertje, maar dat was zeker wel in de juiste fase van de periodisering. Dus als het moest, dronk hij geen bier en ging hij wel op tijd naar bed. In de pubertijd kwam zijn talent nog niet naar boven. En waren de eisen van zijn trainers niet zo hoog dat hij niet kon uitgaan. Hierdoor heeft hij in zijn jeugd, gewoon de dingen kunnen blijven doen om zich jong te voelen. Hij heeft deze fase van het leven niet gemist. Hij verteld wel dat het niet zo is dat dronken zijn nodig is in die leeftijd. Want zo speciaal is dronken worden niet, maar hij had meer vrijheid in het doen van leuke dingen met vrienden en familie. Want zo zegt Thom, als een avondje uit of een keer een dag je weggaan niet je hele trainingsweek beïnvloed, kan je dat best doen. Echter moet je niet te vaak leuke dingen doen, want uren moet je gewoon maken om de top te halen.

Thom zijn tip

Je hoeft niet in een topsport setting of regime niet tot uiting te komen om de beste in je sport te worden. Als je net als Thom de beste wilt worden kan je met veel plezier en veel trainingen evengoed bij de top komen. En dus op latere leeftijd alsnog naar de olympische spelen.